maandag 29 januari 2018

Rode ogen



Het is al weer heel lang geleden dat ik heb kunnen bloggen. De hoofd oorzaak is de drukte op het werk. Ik draai bijna werk weken van zes dagen al sinds november. Daarnaast kreeg ik in december te horen dat de vlek op mijn neus kwam door de blootstelling van 48 jaar zon. Gelukkig te behandelen, maar wel weer een zorg. Ook de pc heeft kuren en crashte waardoor ik alle gegevens kwijt raakte van mensen die kunstaasjes wilde hebben. Allemaal best vervelende dingen. In het laatste stukje wat ik had geblogd had ik al aangegeven dat ik een hoop nieuwe dingen had gemaakt maar die nog wel moesten worden getest. Door alle drukte en bijkomende zaken heb ik vrij lang niet kunnen vissen. 

Het is begin januari als ik eindelijk tijd heb om een zondag middag even een hengeltje uit te gooien. Die middag ga ik vissen met een nieuwe lepel. De lepel heeft een soort breed wilgenblad vorm en is voorzien van twee rode kralen die als ogen fungeren. De originele lepel van dit type komt uit Canada en is genaamd de red eye spoon. Vorig jaar heb ik van dit type lepel een proto type gemaakt. Mijn versie is een stuk lichter en de ogen zitten iets meer na de midden dan die van een originele. Het is al met al een apart stukje kunstaas geworden.

lepel in de maak







Het is die zondag middag dat mijn oog op het lepeltje valt en hem mee neemt naar de waterkant. Ik heb werkelijk geen idee wat ik van dit type lepel moet verwachten. Tijdens het maken was mij al wel opgevallen dat de twee ogen (rode kralen) een ratelend effect hadden als je de lepel heen en weer schudde. Iets wat wel apart is en toch ook wel weer attractief. Mijn ervaring met ratelend kunstaas is zeer zeker positief. Dat begon als kind al met de beroemde S pluggen van Shakespeare. Het is dat lepeltje dat ik die middag in de spelt hang om eens te kijken.  



Het idee om iets te vangen had ik zeker niet. Deze middag was de eerste middag met oosten wind en niet zo zuinig ook. De koude wind maakte het erg guur. Kouwe klauwe weer zouden we vroeger gezegd hebben. Bij de eerste worp zag ik het al direct. Het lepeltje had een mooie rustige slag. En na dat ik de tweede worp had gemaakt en slechts enkele meters had binnen gedraaid gebeurde het. Als of de lepel vast liep. In een onooglijk slootje met een karamel kleur water gebeurde het. Een dikke snoek had in de red eye lepel een smakelijke hap gezien. Na een mooie dril kon de snoek worden geland.



De lepel deed het dus.
Zo gebeurde het dus dat de lepel in de spelt bleef hangen. Het duurde niet lang eer er zich weer een snoek melde. Niet zo een grote maar gezien de omstandigheden zeer welkom.


Nummer twee was een feit. Tijdens het vissen passeer ik nog wat collega vissers. Geen van alle hebben staart gezien. Ik prijs mij gelukkig want ik was net begonnen met vissen en had er al twee. Dan in een helder diep slootje komt een snoek uit het grote niets en achtervolgt de lepel als of het het laatste eetbare bewegende ding in het water is wat als prooi kan worden aangemerkt. Hij mist en het ritueel herhaalt zich nog drie keer en daarna verdwijnt deze krokko het diepe in om zich vervolgens niet meer te laten zien. Dat de lepel goed is besef ik dan helemaal. Een snoek met deze weersomstandigheden die dan ook nog eens het lepeltje komt halen, dat zegt genoeg. Zeker met de twee eerder gevangen snoeken. Er volgen hierna nog een paar snoeken die missen,. Snoeken die door het weer heel traag zijn. Wel erg gaaf om te zien hoe ze in een soort slow motion proberen het lepeltje te pakken. En ik sta op een gegeven moment te rammelen in mijn tuigje. Het is niet hebbelijk meer aan de waterkant. Zeker nu de zon langzaam begint te verdwijnen aan het einde van de middag.Dan haak ik snoek nummer drie.


Nadat deze onthaakt is en terug gezet besluit ik dat het mooi is geweest. Voldaan keer ik huiswaarts.


Dan is het de rest van de maand vis technisch niets. Door de alle eerder genoemde redenen kom ik niet aan vissen toe. Het is zondag 28 januari als ik uit de nachtdienst kom. Het is half 10 in de ochtend als ik klaar ben. Flink later dan gepland en weer eens met overwerk. Als ik even voor 10 uur binnen stap ben ik over mijn slaap heen. Ik besluit ook niet meer te gaan slapen anders kan ik s ’nachts weer niet slapen. In de ochtend doe ik verder even lekker rustig aan. Het is tegen het einde van de ochtend als ik mijn twee proto type lepels herinner die ik ook vorig jaar maakte.

Ik zoek ze op. In tegenstelling tot de Red eye lepels heeft dit type lepel slechts een rode kraal en worden evil red eye genoemd. De proto type zijn nog niet voorzien van splitringen haken en of wartel. Als ik ze oppak en heen en weer schud hoor ik een duidelijke ratel van het kraaltje wat tegen het messing aan tikt. Ik besluit de lepeltjes te voorzien van splitringen, warteltje en een haak.



Het is in de middag als ik mijn 10 grammer op tuig. Eerder de week was ik even in Delft geweest op de markt voor mijn avonddienst en had gelijk even van de gelegenheid gebruik gemaakt om de lokale viszaak te bezoeken. Daar vond ik een heerlijk molentje wat ik kocht. Een Penn Battle 2 een 1000 versie met net als bij alle penn molens een excellente slip. Iets wat je zeker bij het lichte vissen nodig heb mocht je een dikke vis haken. De molen werd voorzien van een verse 20/00 nylon lijn. En het was juist deze molen die onder de 10 grams spinhengel kwam vandaag.



Het was voor mij zondag echt snoekweer. Een wolkje en een kabbeltje op het water. Ik kan wel zeggen een flinke kabbel want het begon steeds harder te waaien in de middag.  Het was rond een uurtje of twee toen ik aan de waterkant kwam. Altijd weer spannend of je zelf gemaakte aasjes het doen. Het water was redelijk helder en na een paar keer te hebben geworpen zag ik dat het nieuwe lepeltje een prachtige actie had. Een actie die veel leek op die van een krokkodil lepel. Geen ver en wijd uitslaande actie maar een hele korte slag. Bijna zwom dit lepeltje als een vis. Wat ik ook deed de lepeltjes bleven perfect zwemmen. Het duurde ook niet lang of ik zag vanuit de midden van het water een mooie snoek op de lepel duiken. De eerste waterwolf was een feit.





Na hem te hebben bewonderd zette ik hem terug in zijn element.Dit was vet genieten. Hoe gaaf kan het zijn vis vangen op jezelf gemaakte lepel. Niet veel later was het weer raak. Wederom een mooie snoek kon niet van de lepel afblijven. Na bewonderd te zijn zet ik ook deze voorzichtig terug.Snoek nummer twee op de nieuwe lepel was een feit.



Nadat ik de tweede snoek heb onthaakt werp ik nog even in het stukje water. Prompt duikt er nog een snoek op de lepel. Nummer drie,wat is dit enorm gaaf.




Rustig loop ik verder. Ik maak een worp in een kom. In de kom zie ik veel takken liggen. Nog afgewaaid van de laatste storm. Ik baal dan ook enorm als ik denk vast te zitten. Maar dat duurt maar even. Dan begint er beweging in te komen en mijn hengel kromt. Een grote snoek dringt er door tot mij en dan is het al weer over de snoek heeft gelost. Nog een minuut of wat werp ik de kom af zonder resultaat. Ik besluit verder te wandelen. Aan het einde van het water probeert een kleine waterwolf nog op de lepel te duiken. Tot drie keer toe mist hij en houd het dan voor gezien.


Ik loop rustig door naar een andere sloot en wissel mijn lepel voor de andere lepel. Ik sta te genieten. Wat een actie in zo een korte tijd. En dat het tweede exemplaar van de lepels het ook goed doet blijkt wel. Halverwege de sloot krijgen twee snoeken het voor elkaar om de lepel te missen. Slechts een keer wagen deze twee rovers het om zich vervolgens niet meer te laten zien. Rustig vis ik verder. Ik kijk op mijn horloge en zie dat dit alles nog niet eens in een uur gebeurd is. Een zeldzame middag al drie snoeken en een paar missers. Niet veel later onder een boom zie ik dan een snoek richting de lepel schieten. Voor ik het besef hangt hij al aan de lepel vast en kromt mijn 10 grammer. Het moet niet gekker worden. Snoek nummer vier is een feit.


Vlak voordat ik naar huis wil lopen krijg ik voor een bruggetje nog een snoei harde klap op de hengel. Een mooie zwangere dame kon ook niet van de lepel afblijven.




Na haar te hebben bewonderd en terug gezet te hebben wandel ik naar huis. Wat een uur, ik geniet.



Het is maandag. Mijn enige vrije dag deze week. Hij begint al anders dan gepland. Casper komt ziek uit zijn bed met dik 39,5 graden koorts en ik moet in de ochtend de zieke verzorgen. Ik geef hem zijn natje en droogje en voorziet hem van de nodige paracetamol tegen de koorts waar hij zijn bedje mee uit kwam. Ik besluit lekker naast hem aan tafel wat van de lepels te gaan maken die het gisteren zo goed deden. Een vorm had ik vorig jaar niet gemaakt dus moest ik nu mijn eigen lepels gaan kopiĆ«ren. Iets wat best wel om te lachen was vond ik. Op mijn gemak maak ik er vier die even voor 12 uur netjes af zijn. 


Dan is het tijd om zijn kleine broer te gaan halen uit school. Moeders de vrouw is dan net thuis gekomen. In de middag breng ik zijn broer weer naar school. Pfff eigenlijk hou je dan weinig tijd over als je om kwart over drie weer bij school moet staan. Ik besluit tien voor drie even mijn 10 grammer mee te nemen met de vier verse lepels. Om ze zo te testen of ze een zelfde actie hebben als de andere twee die de dag ervoor zo succes vol waren. Nadat ik er al drie door het water gehaald heb en gezien heb dat de actie eender is als de eerste versie hang ik het laatste lepel in de spelt. Dat is de lepel met de licht blauwe folie. Het is dan vijf over drie en na de eerste worp met het laatste lepeltje is het raak een snoek duikt er vol op. Ook het laatste lepeltje doet het. 



Nadat de snoek is onthaakt en teruggezet loop ik verder richting school. Nog een keer vlak voor school duikt er een snoekje naar de lepel. Een hele kleine waterwolf die mist. Ik vind het niet erg. Snel tuig ik af en ben gelukkig nog ruim op tijd op school. Als de jongste naar buiten kom en wij richting huis lopen begint het zacht te regenen. Samen lopen we naar huis. En ik loop te genieten, wat een prachtige vissen heb ik mogen vangen aan de nieuwe lepels met rode ogen.