maandag 23 februari 2015

Ultra licht vissen....



Jaren  geleden ben ik steeds lichter gaan vissen en ben ik mij hier  meer en meer in gaan verdiepen. Vele denken dat lichter vissen inhoud dat je een zo groot mogelijke vis aan een zo dun mogelijk lijn wil vangen. Dit is een foute opvatting. Lichter vissen houd in de eerste plaats in dat je vist met kleiner en lichter kunstaas met daar voor bestemt materiaal zoals lichte hengels en molens Hierdoor ben je in staat niet alleen roofvis te vangen maar ook alle soorten witvis. Door dat je vist met kleiner aas maar ook met lichter aas, zal je ook je materiaal moeten aanpassen aan deze visserij. Eenmaal besmet met het lichte virus kom je er achter dat er heel weinig kunstaas is, maar gelukkig genoeg om deze manier van vissen te kunnen beoefenen. En als je dit materiaal bezit dat het een hele leuke manier van vissen is die vele mogelijkheden bied. En niet zelden voor verassingen zorg qua vangst. Ik heb wel eens het idee dat nagenoeg iedere vis die wij in onze wateren hebben zwemmen te vangen is met het kleine kunstaas. Voor het ultra lichte vissen hoef er niet veel te worden meegenomen naar de waterkant. Het kan in een loos uurtje praktisch bij een ieder voor de deur. Niet zo gek dus dat deze manier van vissen in opkomst is.


Diverse ultra lichte spinnertjes door mij gemaakt.


Wanneer spreken we van ultra en licht vissen.

Zoals ik al aan gaf is lichter vissen niet vissen met een zo een dun mogelijke lijn een zo een groot mogelijke vis vangen. Dat er hele grote vissen op deze manier gevangen worden is een heel ander verhaal. Om met licht of ultra licht kunstaas te kunnen vissen zullen we ons materiaal moeten aanpassen. Met name de hengel ,molen en lijn. Ultra licht vissen houd in dat het te vissen kunstaas bepaald met welke hengel en bijbehorende lijn je vist. Hoe lichter het kunstaas en hoe minder weerstand in het water hoe lichter de hengel en lijn kan worden gekozen. Uiteraard als je kleiner aas vist je dan ook kleinere vis kan vangen. Deze geven dan ook nog sport iedere vis kan laten zien en voelen wat hij waard is op ultra licht materiaal.. In ons land spreken we van ultralicht vissen vanaf een hengel met een vermogen van 5 gram en alles daar onder. Licht vissen doen we met hengels van 5 tot zo een 12 gram vermogen. De molens welke onder deze hengeltjes worden gebruikt variëren in de maten 500 tot en met de 1000 klasse. Gelukkig is het aanbod in deze klasse molens het laatste aantal jaren groter geworden. Voor een degelijke ultra light hengel was je vaak aangewezen op een hengelsport winkelier welke nog zelf hengels bouwde. Gelukkig zie je dat de grote hengelsport merken hier op langzaam inspelen en hengels gaan maken voor deze visserij. Waar door deze manier van vissen voor iedereen binnen handbereik komt. Voor niet al te veel centjes heb je tegenwoordig al een leuke set. Denk maar aan bijvoorbeeld de forellen hengeltjes. Lichte hengeltjes waar je al veel kanten mee op kan.


Rapier  2 grams spinhengel voorzien van 10/00 nylon.


De lijn welke men gebruikt hangt af van de persoonlijke voorkeur. Op de aller lichtste hengeltjes gaat mijn voorkeur zeker uit naar nylon. Maar evengoed zou je met een dyneema of soort gelijke lijn kunnen vissen. Beide hebben zo wel voor als nadelen.. Er zijn verschillende methodes om te bepalen welke diameter lijn er bij welke hengel hoort. Ik beperk mij er tot een de methode welke de Fransen een halve eeuw geleden hebben ontwikkeld maar wel voor nylon lijnen. Waarom daar kom ik later even op terug Bij deze methode word de hengel door middel van gewichtjes in een bocht van 90 graden getrokken. Dit is het maximale wat een hengel kan hebben, krommer kan hij niet. De lijn die we kiezen moet dezelfde trekkracht hebben als het gewicht wat nodig is om de hengel in een bocht van 90 graden te krijgen. De juiste lijn is dus een belangrijke sleutel. Zou je een lijn nemen met te weinig trek kracht zou je de volledige kracht van de hengel niet kunnen benutten en zou er zelfs lijn breuk kunnen optreden als er een flinke vis word gehaakt. Lijn met te veel trekkracht zal de hengel wel tot het maximale belasten. Maar dan is de lijn weer dikker wat de actie van het kleine aas te niet zal doen. De kleine spinnertjes gaan hier door minder goed draaien. Ook zal het werpen met te dikke lijn en het kleine aas een stuk minder zijn. Nu komt het,als je met dyneema of een gelijksoortige lijn gaat vissen  kan je al heel erg dun vissen. Misschien wel dunner als dat je nylon zou kunnen vissen. Enkel de trekkracht licht wel een stuk hoger. Maar als je hengel, lijn en de afstelling van de slip juist op elkaar zijn afgesteld vormen deze een drie eenheid  waar mee je nagenoeg in staat ben ook hele grote vissen te vangen. Dus de dikte van de nylon lijn is afhankelijk van de te gebruiken hengel terwijl je voor dyneema en andere lijnen altijd de dunste kan kiezen,want zelf de dunste heeft nog voldoende trek kracht voor deze hengels.





Hier onder richtlijnen wat de nylonlijn in combinatie met de diverse ultra lichte en lichte hengels betreft.

Hengel .                  Lijn.

-2 grams hengel                10-12 honderdste.
-3 grams hengel                12-14 honderdste.
-5 grams hengel                14-16 honderdste.
- 8 grams hengel               16-18 honderdste
-10 grams hengel              18-22 honderdste
-12 grams hengel              22-24 honderdste


Waar we bij nylon lijn ook rekening mee moeten houden is dat als we spinners gebruiken deze de lijn kinken. Kinken is niet meer dan het torsen van de lijn. Dit word veroorzaakt door het draaien van het spinnerblad Hierdoor krijg je op den duur lussen in je lijn en kan je deze op den duur weg gooien. Dit gebeurt trouwens ook met dyneema, met name het dunnere en ongecoate dyneema. Meestal verwijt men de molen, maar niets is minder waar. Wie herkent het niet van die geniepige kleine lusjes in het dyneema. Precies kinken. Om dit te voorkomen kunnen we een loodhagel op de lijn knijpen. Knijp je deze op de hoofdlijn hou deze dan op een afstand van 30 centimeter van de spinner. Op deze manier word de gang van de spinner niet beïnvloed. Nog beter is een klein warteltje te gebruiken. Ik gebruik meestal een maatje 16 tot 18. Aan het oogje van de wartel maak ik dan een klein stukje nylon vast waaraan ik de loodhagel vast maakt. Voor de 5 grams hengel volstaat een loodje van 0,5 gram en voor de 2 en 3 grams hengel zou men een loodje van 0,3 tot 0,4 kunnen gebruiken om het kinken te voor komen. In wateren waar veel snoek voor komt moeten we een staaldraadje of een spinstangetje gebruiken om door bijten van de lijn te voor komen. Hier moet wel met een aantal zaken rekening worden gehouden.

Allereerst kan ik uit jarenlange ervaring zeggen dat je deze middelen pas kan inzetten bij een spinnertje met een bladmaat van ongeveer 15 mm. Zou je deze op een spinnertje gebruiken met een kleiner blad zal deze niet goed meer draaien. De hele constructie zou dan ook nog eens te grof worden. En dat kost vis. Zeker met name de wat schuwere vis als voorn. Deze zal bij de minste argwaan niet meer bijten.. Zoals ik al zei gebruik ik een staaldraadje of een spinstangetje. Hou een staaldraadje zo dun mogelijk. Het heeft namelijk geen enkele zin om een staaldraad met een trek kracht van 10 kilogram te gebruiken als je lijn een trekkracht van een kilogram heeft of minder. Deze zou dan namelijk eerder breken dan het staaldraad. En daarbij zou te dik staaldraad te stug worden voor deze kleine spinnertjes. Maakte ik de spinstangetjes voorheen uit rvs staaldraad met een diameter van 0,5 mm/0,6 mm, tegenwoordig gebruik ik titanium wire. Dit kan men om de vinger draaien, in allerlei bochten wringen maar schiet altijd weer terug in zin rechte vorm. Titanium wire is in heel veel diameters te verkrijgen. Kies ook hier weer de dunste. Goedkoop is het niet, maar het gaat net zo lang mee tot dat het verspeeld word. Geweldig materiaal, geen opgekrulde staaldraadjes en kromme spinstangetjes meer. Het maken van spinstangetjes met titanium wire is redelijk simpel. Ga niet proberen om hier een oogje mee te buigen en dit netje te wikkelen, want zoals ik al zei het springt steeds terug in de rechte vorm. Wat ook goed is en wat echt ook goed  vist is een onderlijn gemaakt met Knot-to Kinky. Deze titanium staaldraad kan rekken maar veert altijd weer terug in zijn oorspronkelijke vorm. Je heb dus een schokdemper. Vis je nu met een redelijk snelle hengel met een dyneema lijn,vangt het staaldraad de klap op en hierdoor is het net als je met nylon vist en krijg je een hele andere dril, veel rustiger. Gebruik dit dan weer niet in combinatie met nylon lijn. Zou je dat wel doen dan heb je de rek van de nylon en van het Knot-to-Kinky staaldraadje en zou je hierdoor juist heel veel vis kunnen gaan missen.



Een dikke brasem op een splitcane 3 grammer gevangen aan een beatlebug spinnertje een door mij ontwikkeld spinnertje waar van ruizer tot snoek al mee gevangen werd.


Heel veel kunstaas voor de aller lichtste visserij is er  niet. Dit komt waarschijnlijk ook omdat er slechts een kleine groep op deze manier vist. De laatste jaren begint deze groep te groeien en word de vraag naar passend kunstaas steeds groter. Dit was voor mij jaren geleden de aanleiding om zelf kunstaas te gaan maken. In eerste instantie waren dat de spinners. Onverzwaarde spinners voorzien van een enkele haak met al dan niet een vlieg er op gebonden. Later bleek dat ook met name streamers heel erg goed te vissen waren aan de ultralichte en lichte hengels. Ik heb er heel veel mee gevist en vis er nog steeds mee en niet zonder resultaat..Heel veel mensen zijn hier door ook begonnen met streamertjes op de spinhengel te vissen. Afgelopen jaren kwam ook de lepel weer op mijn pad. Na het verdwijnen van de bekende Pako lepels werd het heel stil in lepel land. Maar gelukkig is dat over,Hans de Boer van Poask maak weer een look a like Pako lepeltje en Ton Temming uit Utrecht heeft pelikaan lepels welke uit de jaren 70 van de vorige eeuw kwamen weer nieuw leven ingeblazen. Beide hebben lepels voor de ultra en lichte visserij. Lepels zijn een vergeten ondergewaardeerd stuk kunstaas. Maar wie ze links laat liggen doet zich zeker te kort. Ik heb de afgelopen jaren al heel veel vis gevangen aan bovengenoemde lepeltjes


Een thundercreek spinnertje met een bladmaat van 15 mm door mij gemaakt bleek een topper voor ruizers en dikke baarzen. Ook snoek kon er niet van af blijven.


Een hele grote snoek op de 3 grammer. Net achter de kieuw ligt het thundercreek spinnertje met een bladmaat van 15 mm.



Plugjes voor de ultra en lichte visserij zijn er ook. Er zijn een aantal zaken waar rekening mee dient te worden gehouden als men ultra light met plugjes wil gaan vissen.. Hier door vallen er al veel type plugjes af. Allereerst vis je met licht materiaal hierdoor vallen diep duikende en stompe bolle plugjes al af. Dit omdat deze type pluggen te veel weestand geven in het water aan de lichte hengeltjes. Slanke pluggen komen voor deze visserij het best in aanmerking. Dit omdat deze minder weerstand hebben in het water en dus minder aan de hengels trekken. Door dat we de ultra lichte visserij met name in vrij ondiep water beoefenen zal er vaak gekozen worden voor een drijvende plug. Zeker in enigszins begroeid water een pre. Ook hier weer zijn er diverse merken welke goede pluggen maken. Ik kan alleen slechts die gene noemen waar ik goede ervaring mee heb omdat ik ze zelf naar tevredenheid gebruik en met andere geen ervaring heb.. Allereerst noem ik er twee van Rapala. De original floater. Een super plug waar ik al veel succes mee heb gehad. De Rapala floater 9 cm is de grootste welke nog perfect te vissen is aan een vijf grams spinhengel. Ook al zijn kleinere broertjes zijn super plugjes. De kleinste is zelfs nog te vissen op een drie grams spinhengel. Een ander toppertje uit de Rapala stal en deze is vrij nieuw, is de jointed en dan de 5 centimeter uitvoering.Ook een perfect plugje wat goed te vissen is met de vijf grams spinhengel. Verder heeft de Poolse firma Salmo een superplugje genaamd de hornet en dan de ondiep lopende versie. Een echte topper voor baars. Met deze type plugjes vis ik het meest en heb daar goede ervaring mee. Ongetwijfeld bestaan er nog legio andere plugjes welke voor de ultra lichte visserij gebruikt kunnen worden informeer hier voor bij u hengelsport winkelier.





Waar kunnen we ultra licht vissen? Eigenlijk op alle wateren met  een waterdiepte tot ongeveer 2 meter komen in aanmerking voor deze visserij. Het liefst enigszins helder water Dus de polders welke ons land nog rijk is zijn uitermate geschikt voor deze visserij. Maar ook alle singels en vaarten binnen de bebouwde kom ook wel eens gekscherend Beton Polder genoemd. Deze wateren bevatten meestal een schat aan vis. Vis waar nagenoeg nooit op gevist word met ultra licht materiaal. Het is iedere keer weer verassend als je zo een water aan doet. Regelmatig worden er super vangsten geboekt van met name baars,snoek en voorn. Maar ook brasem,zeelt en karper vormen geen uitzondering en zijn allemaal te vangen op dit kleine materiaal. En juist die diversiteit maakt het lichte vissen zo enorm leuk. Maar het is ook verbazingwekkend dat je soms ook hele grote vissen haakt en vangt. Dat maakt het alleen nog maar spannender. Ook het visuele aspect is heel erg mooi. Zeker als je een school ruizers ziet zwemmen en je er een mini spinner voor bij kan spinnen in de oppervlakte. Het is een machtig gezicht om grote exemplaren zich te zien los maken uit de school welke zich dan vol overgave storten op het spinnertje. Dan blijken deze ruizers toch ook enorme rovertjes te zijn die op dit lichte materiaal sport van de bovenste plank leveren. Het lichte en het ultra lichte vissen kan het hele jaar door. Het is een verslaving voor het leven waar heel veel plezier uit kan worden gehaald. Zeker een mooie visserij om het begin van het seizoen mee te beginnen





Het ultra lichte vissen, is ongeveer 60 jaar geleden door de nestor van de Nederlandse visserij Jan Schreiner hier in ons land in de kinderschoenen gezet. Vervolgens aan het eind van de vorige eeuw is deze manier van vissen in een grote vergeet hoek gekomen. Zij die deze manier van vissen beoefenen zullen het beamen, dat het een enorme leuke manier van vissen is. Een manier met materiaal waar zelfs de kleinste vissen nog sport geven. Zeker niet de manier om met een dunne lijn een zo een groot mogelijke vis te vangen. Maar wel een manier van vissen die in een loos uurtje gedaan kan worden en waar niet veel voor hoeft te worden meegesleept naar de waterkant. Ook een hele actieve manier van vissen die net als het vissen op zich zeer verslavend is dus wees gewaarschuwd als u met het ultra lichte vissen gaat beginnen. Voor dat u het weet raakt u ook besmet met het ultra licht virus en tot op heden is er nog geen medicijn tegen gevonden..


Sanborn spinners door mij gemaakt na recept van de eerste druk van flitsend nylon waarin Jan schreiner deze spinnertjes omschrijft.
  


maandag 2 februari 2015

Tube flies



Op snoek met de tubefly

In dit stukje ga ik terug in de tijd naar de jaren 60/70 van de vorige eeuw. In deze periode werd een stuk goed vangend kunstaas voor de spinhengel  gecreëerd door de bekende hengelsport winkelier en sportvisser Ben Pont uit Rotterdam. Ben Pont een vervent vliegvisser maakte in die tijd deze vlieg voor de spinhengel. Deze vlieg zou door zijn constructie onder de noemer tubefly komen te staan.




Deze tubefly was een zeer goede vanger waar vele snoeken mee werden gevangen. Maar wat soms gebeurd ook met goed kunstaas raakte de tubefly in de vergetelheid. Zeer onterecht want anno 2015 is de tubefly zoals Ben Pont ze bouwde nog steeds een super aas om snoek te vangen. In dit stukje wil ik ook laten zien hoe eenvoudig je zelf een tubefly kan maken op de manier zoals Ben pont dit vroeger deed.


Wat is een tubefly?

Een tubefly is heel simpel gezegd een vlieg gebouwd op een buisje met daarop veren gebonden . Het buisje waarop de veren worden gebonden is hol. In principe werd deze op de hoofdlijn geschoven met daar onder een haak. Op deze manier werd er gevist met de vliegenhengel. Naar mate de tubeflies groter werden moest er ook een zwaardere vliegenhengel worden gebruikt. Hierdoor ontstond het idee om een constructie te ontwikkelen om de tubefly te gebruiken voor de spinhengel. Ben Pont bouwde de tubefly voor de spinhengel met toch enige verschillen zoals we de tubefly kennen voor het vliegvissen,. Deze word  veel op de visserij op zalm gebruikt.. Ben bouwde de vlieg daarin tegen op een hulsje. Dit hulsje werd op een stuk verenstaal met daar boven een oog geschoven. Hier achter werd een buisje geschoven en hier achter kwam een oog met daar aan een enkele haak. Deze haak werd gefixeerd met een stuk ventielslang. Hierdoor bleef de haak in een lijn met de  as van de constructie maar was nog wel flexibel bij een aanbeet. De inhaking werd hierdoor sterk verbeterd en een gehaakte roofvis kon zich niet lossen door te wrikken omdat de haak door deze constructie gewoon kon bewegen.. Door dat de vlieg op een apart hulsje was gebouwd kon deze ook los van de hele constructie draaien. Niet dat de tubefly tijdens het vissen 360 graden draait maar het geeft net wat meer aan actie, net als de tube-flies gebruikt bij het vliegvissen op zalm. Ik heb dit kunnen uitpluizen omdat ik nog een aantal originele tubeflies van de hand van Ben Pont in mijn bezit had. De tubeflies van Ben hadden een lengte van ongeveer 15 centimeter. Ik heb na recept van Ben pont een aantal tubeflies nagemaakt en niet geheel zonder succes. Want ook na bijna 40 jaar zijn de tubeflies absoluut toppers welke wij zeker niet moeten vergeten.




Hoe vissen we de tubeflies?

Voor dat we beginnen met vissen maken we de tubefly nat. Dit doen we door de tubefly in het water te houden. Hierdoor zullen de veren water opnemen. Als de tubefly langzaam begint te zinken is hij klaar voor gebruik. Het opgenomen water dient dan als het werpgewicht. In tegenstelling tot veel ander kunstaas moeten we de tubefly zelf actie geven. Deze actie geven we door tijdens het binnen draaien tikken van uit de hengeltop te geven waardoor de tubefly versneld. Dit word ook wel twitchen genoemd. Door de versnelling wapperen de veren in een golf beweging door het water. Als je dit ziet weet je dat je met een absoluut dodelijk wapen vist waar geen rover van af kan blijven. Een heel groot voordeel wat vliegvissers al hadden is dat je super traag kan vissen wat zeker in de koude maanden als de snoek passief is een groot voordeel kan zijn. En een voordeel voor in de zomermaanden is dat je de tubefly heel hoog kan vissen en dat je door zijn specifieke bouw aardig wiervrij kan vissen omdat de haak  recht blijft zitten en deze verborgen zit tussen de veren. De tubefly is heel makkelijk hoog te houden en kan indien gewenst tot in de oppervlakte worden gevist. Tot een waterdiepte van ongeveer twee meter is de tubefly onverzwaard te vissen. Als met dieper wilt vissen kan je een loodje op de lijn knijpen. Doe dit op een afstand van ongeveer 30 centimeter. Op deze manier beïnvloed het loodje niet de tubefly.







Ik zelf vis de tubefly met onder anderen een oude glashengel gebouwd door hoe kan het ook anders Ben Pont. Deze hengel werpgewicht van 5 tot 10 gram en heeft als type aanduiding All Round. Onder deze molen hangt een oude crack molen gevuld met 18/00 nylon lijn. Deze combinatie gebruik ik meer uit een nostalgisch gevoel dan uit vis technisch oogpunt,omdat ik het leuk vind om met dit materiaal te vissen. Al moet ik wel eerlijk bekennen dat mijn Crack na al die jaren nog draait als een nieuwe en dat de slip van de molen voortreffelijk werkt als dit nodig is. Zonder enige hapering. Dit ter zijde. In principe komt iedere niet te zware spinhengel in aanmerking om met de tubefly te vissen. De lengte van de hengel is afhankelijk waar je wil vissen. In water waar begroeiing op de kant en of in het water staat ben je beter uit met een lange hengel waar door je goed in staat ben de tubefly te sturen. In sommige andere gevallen ben weer beter af met een iets kortere hengel. Denk bijvoorbeeld maar aan het vissen onder bruggen. Als je vist met een nylonlijn houd de dikte hier van dan tussen de 18/00 en 22/00. Een te dikke lijn zorgt er voor dat je minder goed en ver gaat werpen. Vis je met een gevlochten lijn zal de dikte van de te gebruiken lijn heel veel lager liggen. De keuze van de te gebruiken lijn is strikt persoonlijk. Ik vind het kleine beetje rek in nylonlijn in combinatie met een progressief buigende glashengel helemaal super drillen. De vis gedraagt zich veel natuurlijker tijdens de dril aan zo’n combinatie. Maar zoals ik al zei dit is persoonlijk.



Spinstang of staaldraad?

Vaak hoor je aan de waterkant de discussie,wat gebruik je bij het vissen op snoek? Een staaldraad of een spinstang? Het grote nadeel van de meeste spinstangen is dat na een aanbeet deze niet weer recht te krijgen zijn waardoor je kunstaas niet mooi meer door het water heen loopt. Maar zo is er ook staaldraad wat helemaal opkrult na een vangst van een mooie snoek. Dus veel verder zijn we nog niet..Zelf koos ik voorheen voor het gebruik van staaldraad.  Ik hou er van om kunstaas vloeiend te kunnen vissen  en vind om die reden dat dit beter gaat met staaldraad dan met een spinstang. Ik gebruik zelf altijd sevenstrand staaldraad van drennan of fox waarbij die van fox soepeler is om te verwerken en bij mij iets voor ligt. Met deze staaldraden heb ik zelf de beste ervaring . Echter ben ik sinds een jaar of wat geleden heel enthousiast geworden van titanium wire. Dit spul kan je rond je vinger draaien en springt wanneer je het er af haalt weer recht. Het titanium wire is pas op als je het verspeelt. Je heb dus nooit meer last van staaldraad wat op krult of spinstangen die niet meer recht te krijgen zijn. En ook de gang van het kunstaas is goed. Zoals je waarschijnlijk uit het bovenstaande een beetje heb kunnen opmaken viste ik de tubeflies voor heen aan een staaldraad. Tegenwoordig gebruik ik hier voor ook het titanium wire. Een andere mogelijkheid die ik nog niet genoemd had is een onderlijn van fluoro carbon. Ik het gebruik het niet,dus kan om deze reden ook niet aangeven of dit goed werkt of verantwoord is om als onderlijn te gebruiken. Als tip wil ik nog meegeven om niet te bezuinigen op je onderlijn en gewoon iets meer uit te geven voor iets goeds. Of dit nu staaldraad is of een spinstang maak niets uit. Niets is zo frustrerend als door je onderlijn je kunstaas niet lekker meer te vissen is omdat deze verbogen of opgekruld is.. En uiteindelijk zal dit je ook vis kosten. Als je zelf je onderlijn maak zorg dan ook dat de wartels in verhouding staan tot het te gebruiken kunstaas. Dus neem ze niet te groot of te klein. Gebruik degelijke spelden/sluitingen bij voorkeur van het crosslock type. Deze sluitingen schieten niet open tijdens het vissen. Gebruik ook bij voorkeur spelde/sluitingen die half rond lopen,hier door kan het aas vrijer bewegen.

Ook super te vissen op een 10 grammer.




 Het maken van een tubefly.

Het maken van een tubefly is niet zo heel erg moeilijk. Maar je moet er wel even de tijd voor nemen omdat je toch wel wat handelingen moet verrichten. Laten we allereerst eens kijken wat we aan materiaal en gereedschap zoal nodig hebben.


Gereedschap:  
-          een vice of een bankschroef 
-          een rond bek tang.
-          een knip tang.
-          een plat bek tang


               
  Materiaal:
                    - wattenstaafje of en dun pijpje van dezelfde dikte als het buisje van een        
                       wattenstaafje
                    - lak of seconden lijm
                    - Klinknagels.
                    - R.V.S staaldraad in de dikte 0.6 mm of 0.7mm.
                    - ventiel slang.
                    -  binddraad of garen

                    - veren (zadel hackles).
                    - Haken gamakatsu type.....    maat 4/0 of een soort gelijke haak.





Stap :1

 We zetten nu de klinknagel vast in de vice of bankschroef tot aan het blikje. Net achter het kopje van het blikje zetten we de binddraad of garen vast.



Stap :2

We zoeken nu 6 gelijke lange veren uit. We binden nu aan beide zijde van het blikje een veer aan de onderzijde .Dit doen we door de schacht van de veer tegen het hulsje te houden er het binddraad er om heen te draaien. Vervolgens borgen we de wikkels met een aantal halve steken. Nu doen we aan beide zijde het zelfde maar dan binden we de veren bovenaan. Wederom vast zetten met wikkeldraad of garen. Nu binden we aan beide zijde in de midden een veer,wikkelen de draad om het blikje tot er geen schacht meer te zien is. Vervolgens wat halve stekken en het bindraad afknippen. De wikkelingen borgen met wat lak of seconden lijm. We halen nu de klinknagel uit de vice of bankschroef. Nu tikken we voorzichtig het spijkertje uit het hulsje.








Stap; 3

We nemen nu een stuk verenstaal van ongeveer 15 centimeter en  buigen hier op ongeveer 3 centimeter van het uiteinde en halve U vorm met de rond bektang,en vervolgens geven we aan beide zijde een kneep .






Stap: 4

knip van het wattenstaafje of buisje een stuk van 3 centimeter af. En van de ventiel slang een centimeter of twee. Schuif de ventiel slang over de haaksteel heen.




Stap:5

Schuif het stukje wattenstaaf op het stuk verenstaal en hang de haak in het halve oog . Druk nu het stuk verenstaal wat ongeveer 3 centimeter is naar het lange stuk toe en duw vervolgens het stukje wattenstaaf  naar beneden over het stuk van 3 centimeter. Als het goed is heb je nu een dicht oog. Het geheel word geborgd door het wattenstaafje. Duw nu het stukje ventielslang omhoog  en zorg dat de ene helft  op de haaksteel blijf zitten en de andere helft over het buisje.




Stap: 6

Nu pakken we het blikje waar de veren opgebonden zitten . We pakken het verenstaat en steken dit van onder af door het gat waar ooit het spijkertje zat en trekken het blikje naar beneden tot dat deze op de bovenzijde van het wattenstaafje aan zit.. We zetten nu als het draad er helemaal doorheen is haaks om op ongeveer 0,5 centimeter boven het blikje. We pakken met de rondbektang de draad vast in de hoek die we zo juist hebben omgebogen. We pakken het stuk wat haaks uitsteekt en draaien dit rond met de tang. Je heb nu een oog wat niet helemaal recht staat. Door met je tang een kant in het oog houdend en met de andere kant onder het uitstekende deel te gaan en dan even onder tegen de hoofdas te duwen een klein kneepje geven. Nu heb je een recht oog en kan je het draad onder het oog om de as wikkelen. Twee slagen is voldoende. Het over gebleven stuk kan worden afgeknipt. En klaar is de tubefly.



Tot slot.


De tubefly is een geweldig aas,met een goede vangst potentie te vissen met spinhengels met een vermogen  vanaf 5 gram tot 10 gram.. Ook een aas dat nu nog niet word gebruikt. Ik heb op wateren waar veel dressuur is weer mooie vangsten gehad. De tubefly, zeker wanneer die hoog en in redelijk helder water word gevist, zorgt  regelmatig voor prachtige visuele momenten als een snoek er vol overgave op duikt. En vaak op momenten dat je het niet verwacht. Dus wees gewaarschuwd. Probeert het eens ,je eigen tubeflies te maken. Varieer met kleuren en misschien word de door jou gemaakte tubefly  voor jou ook de topper van weleer.


 Een bijna meter snoek op de tube fly gevangen aan een 5 grammer met 16/00 nylon.